Koorts wordt gedefinieerd als een lichaamstemperatuur boven de 38,5 graden Celsius, meestal een reactie van het lichaam op een infectie. Bacteriën en virussen scheiden pyrogenen uit, dit zijn koortsopwekkende stoffen, die de hypothalamus in onze hersenen beïnvloeden. In de hypothalamus zit als het ware onze interne thermostaat. Deze pyrogenen verhogen het setpoint van de thermostaat, die normaal op 37 graden Celcius staat. Gaat de thermostaat omhoog door pyrogenen dan reageert het lichaam daarop met een toename in warmteproductie (rillen/bibberen) en minder warmteafgifte (vaatvernauwing huid, kippenvel).
Maar hoe zit dan nou bij sporten? Dan gaat de lichaamstemperatuur ook omhoog. Is dat dan koorts?
In tegenstelling tot koorts komt een verhoogde lichaamstemperatuur bij inspanning door een warmtebalans probleem dat ontstaat door de warmteproductie in de spieren. Het setpoint in de hypothalamus verandert niet. Tijdens fysieke inspanning produceren de actieve spieren veel warmte. Van alle energie die omgezet wordt gaat zo’n 80% “verloren” in warmte. Deze warmte wordt door de spieren afgegeven aan het bloed en zo verspreidt de warmte zicht door het hele lichaam om uiteindelijk via de huid afgegeven te worden aan de omgeving. Sporten in de warmte vormt een extra belasting voor de thermoregulatie van het lichaam omdat het in de warmte (en zeker als de luchtvochtigheid hoog is) moeilijker wordt om de door de spieren geproduceerde warmte kwijt te raken. Het grootste deel van de warmte die tijdens inspanning geproduceerd wordt raken we kwijt door te transpireren (het verdampen van vocht aan de huid onttrekt warmte van het lichaam). Hierbij verliezen we dan weer veel vocht en dus is drinken belangrijk tijdens het sporten in de hitte. Door regelmatig in warmte te sporten past het lichaam zich aan (acclimatisatie) en kun je beter tegen de hitte. Aanpassingen zijn bijvoorbeeld: eerder transpireren (bij een lagere lichaamstemperatuur), minder zoutverlies in transpiratievocht, en meer transpireren.
Ondanks deze processen in het lichaam om warmte kwijt te raken tijdens het sporten zal de kerntemperatuur van het lichaam oplopen. De warmtebalans (warmteproductie versus warmte afgifte) is verstoord. Dit kan al snel tot boven de 38°C zijn maar ook temperaturen boven de 39°C komen tijdens het sporten vaak voor. De lichaamstemperatuur kan tijdens het sporten ook tot gevaarlijke hoogte oplopen, we zien dat nog weleens tijdens hardloopwedstrijden in de hitte. Er is dan sprake van een hitte beroerte. Bij een temperatuur van 42 graden Celcius komt een mens te overlijden. Dan werken de enzymen (eiwitten) in het lichaam niet meer, en een van de effecten daarvan is het ontstaan van stolsels in het hele lichaam. Wanneer er verdenking is op een hitteberoerte moet iemand rigoureus gekoeld worden (ijsbad) om zo snel mogelijk de temperatuur naar beneden te krijgen.
Samenvattend kan de lichaamstemperatuur tijdens het sporten stijgen, maar dat wordt niet als koorts beschouwd.
"*" geeft vereiste velden aan