Scheurkalender bestellen
14-09-2024 / 15-09-2024

Hoelang blijven effecten van een sportief leven in je lichaam?

De trainingen die we jaren geleden hebben voltooid, kunnen mogelijk blijvende positieve invloed hebben op onze gezondheid, dit blijkt uit fascinerend onderzoek naar de huidige levens en gezondheid van mensen die tien jaar eerder deelnamen aan een trainingsstudie.

De trainingen die we jaren geleden hebben voltooid, kunnen mogelijk blijvende invloed hebben op onze gezondheid en deze zelfs verbeteren, volgens fascinerend onderzoek naar de huidige levens en gezondheid van mensen die tien jaar eerder deelnamen aan een trainingsonderzoek. De bevindingen suggereren dat de voordelen van lichaamsbeweging wellicht langer aanhouden dan velen van ons zouden verwachten, zelfs als mensen niet in dezelfde mate sporten als voorheen. De impact lijkt wel samen te hangen met het soort en de hoeveelheid lichaamsbeweging die destijds is uitgevoerd.

In de geneeskunde zijn blijvende gezondheidseffecten van experimenten, bekend als ‘legacy effects’, niet onbekend. Deelnemers aan eerdere diabetesstudies bijvoorbeeld, waarbij de bloedsuikerspiegel strak werd gecontroleerd met dieet, medicijnen of andere methoden, hadden vaak jaren later een betere hartgezondheid dan diabetici die niet aan het onderzoek deelnamen. Maar of trainingstudies ook dergelijke blijvende effecten hebben, is onbekend. We weten uit bijvoorbeeld “bedrust” studies en uit ontmoedigende persoonlijke ervaringen dat we veel van onze fitheid en bijbehorende gezondheidsvoordelen (snel) verliezen als we stoppen met sporten of de lichaamsbeweging verminderen.

In deze studie bleven honderden inactieve, zwaarlijvige deelnemers tussen de 40 en 60 jaar inactief als controlegroep terwijl daarnaast honderden vergelijkbare deelnemers begonnen met sporten (trainingsgroep). Hun lichaamsbeweging was ofwel matig, zoals wandelen, of intensiever, vergelijkbaar met joggen. Deelnemers voltooiden drie sessies per week gedurende acht maanden, terwijl veranderingen in hun aerobe fitheid, bloeddruk, insulinegevoeligheid en tailleomvang werden gevolgd. Over het algemeen verbeterden elk van deze gezondheidsmarkers bij de mensen die aan lichaamsbeweging deden en niet bij de controlegroep. De wetenschappers namen vervolgens afscheid en namen geen contact meer op met de deelnemers tot ongeveer tien jaar later, en vroegen of ze wilden deelnemen aan een reünietest. Meer dan honderd, uit zowel de oefen- als de  controlegroepen, deden mee. Deze mannen en vrouwen keerden terug naar het laboratorium voor nieuwe tests van hun aerobe fitheid en metabole gezondheid. Ze vulden ook vragenlijsten in over hun huidige medische toestand, medicatie en hoe vaak ze wekelijks sportten.

De onderzoekers vonden veelzeggende verschillen. De meeste mannen en vrouwen uit de controlegroep, die tien jaar eerder niet hadden gesport, hadden nu grotere tailleomvang, terwijl degenen die hadden getraind weinig tot geen toename in taille omvang vertoonden in vergelijking met tien jaar eerder. De personen uit de controlegroep waren ook minder fit. De meesten hadden ongeveer 10 procent van hun aerobe capaciteit verloren, wat typerend is voor de afnames die worden gezien boven de 30-40 jaar, wanneer de meesten van ons jaarlijks ongeveer 1 procent van onze fitheid zullen verliezen. Maar de mannen en vrouwen die gedurende acht maanden intensief hadden getraind behielden aanzienlijk meer fitheid. Gemiddeld was hun aerobe capaciteit slechts met ongeveer 5 procent gedaald in vergelijking met 10 jaar eerder, en degenen die nog steeds minstens vier keer per week aan lichaamsbeweging deden, waren nu zelfs fitter dan tien jaar eerder. Interessant genoeg leken de deelnemers die hadden gewandeld – wat betekent dat hun lichaamsbeweging matig was – niet dezelfde blijvende fitheidsvoordelen te hebben als degenen die intensiever hadden getraind. De meesten van hen hadden in het afgelopen decennium ongeveer 10 procent van hun aerobe capaciteit verloren, net als de controlepersonen. Maar ze vertoonden wel, verrassend, blijvende verbeteringen in hun gezondheid, meer dan bij de intensieve sporters. De wandelaars hadden nog steeds gezondere bloeddrukken en vergelijkbare insulinegevoeligheid dan 10 jaar geleden, zelfs als ze nu zelden sportten. Ze hadden ook een relatief gezondere stofwisseling dan de mannen en vrouwen die intensief hadden gesport al die jaren geleden.

Als geheel suggereren deze resultaten dat lichaamsbeweging een krachtige modulator van gezondheid is en sommige effecten kunnen behoorlijk langdurig aanhouden waardoor we er beter aan toe zijn dan wanneer we nooit hadden gesport. De effecten kunnen ook verschillen, afhankelijk van hoe hard iemand traint. Om een hoog uithoudingsvermogen op te bouwen en te behouden, moeten we zweten en inspannen. Maar om onze metabole gezondheid te verbeteren, is een wandeling waarschijnlijk voldoende. Deze studie verklaart niet hoe lichaamsbeweging ons lichaam op manieren verandert die blijvend zijn. Fysieke inspanning en training laat mogelijk langdurige indrukken achter op onze genen en cellen die van invloed zijn op de gezondheid.

Neem vrijblijvend contact met mij op

"*" geeft vereiste velden aan